7 Juin - 6 Juillet 2019

Tcharadjidji

-


Suite à deux participations à nos expositions collectives, il nous a semblé pertinent de vous permettre de découvrir une version monographique du travail d?Aïda Kazarian. Laissons à Alexandre Vanautgaerden le soin de vous présenter ce travail vif et sensible.

Tcharadjidji ou la désobéissance de l'artiste par Alexandre Vanautgaerden

En arménien, Tcharadjidji est une formule de réprimande familière adressée aux enfants turbulents. Cette admonestation doit être entendue comme une métaphore de la vie artistique, où l?on vous réprimande souvent quand vous sortez des sentiers battus. Pourtant, l?aventure artistique réside prioritairement dans la désobéissance et l?expérimentation des voies qui n?ont pas encore été tracées.

Depuis bien longtemps maintenant, Aïda Kazarian a décidé de laisser parler son corps. Ses tableaux naissent la plupart du temps à la suite d?un événement ou d?un souvenir qui l?émeut, heureux ou tragique. Elle peint pour dire la joie soudaine ou laisser s?échapper la peine. Avec son corps. Avec ses mains. Elle travaille sur des espaces parfois minuscules (des ronds de dessous de gâteau dorés de 5 cm de diamètre), parfois longs de plusieurs mètres (quand elle peint des rouleaux qui semblent ne jamais avoir de fin).

Elle pose des empreintes. Mais ce n?est pas tout, car l?objet peint n?est finalement que le dernier acte de la pièce. Dans l??uvre d?Aïda Kazarian émerge d?abord une conduite, une certaine façon d?être au monde, avec harmonie.

Les gestes qui forment la trame de ses tableaux sont répétés jour après jour dans des cahiers, comme si elle faisait des gammes. Elle mémorise les gestes qu?elle invente afin d?être en mesure de les accomplir le jour venu, pour laisser place à l?improvisation quand le tableau est là et qu?il doit être peint.

Ce tableau est une étape d?un long voyage au cours duquel le corps de l?artiste s?est mis en branle. A chaque fois, une performance, dont le tableau est davantage l?archive que l?empreinte.

La peinture d?Aïda Kazarian est abstraite et sans verbiage, fondée sur l?idée de répétition. Elle résulte de quelques choix qui définissent comment entamer un morceau de peinture : un geste, un support, un format, une matière. L?absence de rhétorique ne signifie pas l?absence de contenu, car il y a bien un sujet au tableau.

Aïda Kazarian est arménienne et ne parle pas du génocide, car son enfance a été marquée par le silence autour de cette question. Pourtant, à bien y réfléchir, ses travaux sont des réminiscences, des émotions ressenties devant la mort, le voyage, les naissances, les retrouvailles. Quand l?artiste présente un nouveau travail, elle relate souvent ce qui est survenu, l?accident heureux ou malheureux, à l?origine de son désir de le peindre.

En 1997, la première ?uvre réalisée entièrement sans outil, avec ses doigts, était dédiée à un ami décédé, puis offert à sa compagne. La liste des tableaux qui ont maille à partir avec la mort est longue. Son journal de bord est un combat sans fin pour prolonger la vie, illuminée de couleurs immaculées, irisées, osant le rose, le spectre entier de la lumière. Sur le support choisi (toile, plomb, rouleau de toile, carton de pâtisserie, bois?) demeure une petite mélodie infiniment modulée, en écho à certaines phrases entendues dans les quatuors de Tigran Mansourian, ou dans les rythmes de la langue liturgique restaurée par Komitas.

Un désir de vie si grand qu?il se joue de tout et enfreint les règles avec une joie enfantine. Aïda Kazarian peint en utilisant de l?or ou des dessous de gâteau dorés, sans distinction. Son monde est celui de l?icône, quel que soit le support ou le médium. Les images qu?elle réalise sont des concentrés d?émotion, où le reflet de la lumière naturelle est toujours un acteur vital. Ses ?uvres peintes ont besoin de l?ombre pour lentement émerger, puis se révéler au grand jour, quand le soleil est à son zénith.


Aïda Kazarian nam al tweemaal deel aan onze collectieve tentoonstellingen. Het leek ons dan ook relevant om een monografische versie van haar werk te ontdekken. We laten Alexandre Vanautgaerden dit intense en gevoelige werk presenteren




Tcharadjidji of de ongehoorzaamheid van de kunstenaar AlexandreVanautgaerden

In het Armeens is ?tcharadjidji? een gangbare formule om drukke kinderen te berispen. Die vermaning is op te vatten als een metafoor voor het kunstleven, waar diegenen die zich buiten de begane paden wagen vaak op de vingers worden getikt. En toch is het artistieke avontuur primair een niet gehoorzaam zijn, een uitproberen van nieuwe wegen.

Aïda Kazarian besloot al een hele poos geleden haar lichaam te laten spreken. Haar schilderijen ontstaan meestal vanuit een ? gelukkige of tragische ? gebeurtenis of herinnering die haar ontroert. Ze schildert om haar plotselinge vreugde te delen of om haar leed los te laten. Ze schildert met haar lichaam. Met haar handen. Ze werkt soms op piepkleine formaten (goudkleurige onderzetters voor gebak met een diameter van 5 cm), maar ook op oppervlakken van enkele meters (wanneeer ze schijnbaar eindeloze rollen beschildert).

Ze laat sporen na. Maar dat is niet alles, want het geschilderde voorwerp is tenslotte maar het laatste bedrijf van het toneelstuk. In het werk van Aïda Kazarian komt in de eerste plaats een houding tot uiting, een manier om in de wereld te zijn. Een harmonische opstelling.

De gebaren die ten grondslag liggen aan haar schilderijen herhaalt ze elke dag in schriftjes, alsof ze toonladders oefent. Ze memoriseert de gebaren die ze verzint om ze, te gepasten tijde, te kunnen uitvoeren, om ruimte te maken voor improvisatie wanneer het schilderij dáár is en geschilderd moet worden. Dat schilderij is een etappe in een lange reis, waarin het lichaam van de kunstenares in beweging komt.

Elke keer weer een performance, waarvan het schilderij veeleer het archief dan de afdruk is.

De schilderkunst van Aïda Kazarian is abstract en wars van loze woorden. Ze is gestoeld op het idee van de herhaling. Ze vloeit voort uit een aantal keuzes die bepalen hoe ze aan een schilderij begint: een gebaar, een medium, een formaat, een materiaal. Dat er geen betoog is, betekent niet dat het werk inhoudsloos is, want het doek heeft wel degelijk een onderwerp.

Aïda Kazarian heeft een Armeense achtergrond, maar ze heeft het niet over de genocide, want haar jeugd is getekend door het stilzwijgen rond deze kwestie. Alles goed beschouwd zijn haar werken niettemin reminiscenties, emoties rond de dood, het reizen, de geboorte, het weerzien. Wanneer de artieste een nieuw werk presenteert, vertelt ze vaak wat het gelukkige of ongelukkige voorval was dat haar tot schilderen noopte.

In 1997 kwam het eerste werk tot stand dat ze geheel zonder gereedschap, met haar vingers schilderde. Ze droeg het op aan een overleden vriend en gaf het aan zijn levensgezellin. De lijst van haar schilderijen die met de dood te maken hebben is lang. Haar logboek is een eindeloze strijd om het leven te verlengen, uitgelicht door onberispelijke regenboogkleuren, inclusief roze. Ze doet een beroep op het hele lichtspectrum. Op het geselecteerde medium (doek, lood, canvasrol, onderlegger voor gebak, hout...) blijft een eindeloos gemoduleerd melodietje hangen, als een echo van frasen uit de strijk¬kwartetten van Tigran Mansurian of op het ritme van de liturgische taal die Komitas in ere herstelde.

Een levensdrang zo groot dat hij aan alles lak heeft en met een kinderlijke vreugde de regels in de wind slaat. Aïda Kazarian schildert met goud of met goudkleurige onderleggers voor gebak ? zonder onderscheid. Haar wereld is die van de icoon, los van het medium of het materiaal. De beelden die ze creëert zijn concentraten van gevoelens, waarin de weerspiegeling van het natuurlijk licht altijd een cruciale rol speelt. Haar geschilderd werk heeft de schaduw nodig om langzaam tevoorschijn te treden, zodat het zichzelf kan openbaren op klaarlichte dag, in de middagzon.